Potjestraining: Is jouw kind er klaar voor?

Nadat je hebt vastgesteld dat je kind klaar is voor de potjestraining, is het tijd om concreet aan de slag te gaan. Hier zijn enkele tips als mama of papa om het proces soepeler te laten verlopen:

1. Uiteraard, het eerste wat je nodig hebt is een potje! Kies een potje dat comfortabel is voor je kindje én (misschien toch ook even meegeven) een potje dat stevig en gemakkelijk te reinigen is. Laat je kind ermee spelen of een keertje op zitten met zijn/haar luier nog aan om zich vertrouwd te maken met het potje voordat je hem of haar vraagt erop te gaan zitten.
2. Maak het potje aantrekkelijk en een aangename beleving voor je peuter: Versier het potje met stickers of tekeningen die je kind leuk vindt, zodat hij of zij zich meer aangetrokken voelt tot het potje. Omwille van hygiëne is het soms eenvoudiger om het hoekje waar het potje zich gaat bevinden te decoreren. Het potje naast het vaste toilet plaatsen en samen gaan, is dan weer een andere optie om de beleving aantrekkelijk te maken. Sommige kinderen willen niet op het kinderpotje en gaan liever op het grote toilet met een toiletverkleiner. "Net echt, zoals de grote mensen!" Dan is het versieren van het opstapje of het trapje naast het toilet, een ander optie om het hele gebeuren aantrekkelijk te maken. Het is belangrijk dat je kind het potje niet vuil vindt. Een reactie als ouder zoals: "Bah, jak of eikes!" zijn te vermijden. Ook al is dit een reflex voor sommigen onder ons, je kind zal niet meer weten wat hij of zij moet doen. 
3. Toch niet onbelangrijk! Kies de juiste kleding: Kies kleding die gemakkelijk te dragen en te verwijderen is, zoals losse broekjes of rokjes, zodat je kind snel naar het potje kan gaan als hij of zij moet. De sponzen shortjes of trainingsbroekjes zijn hierbij het gemakkelijkste. Tijdens de zomermaanden zijn zomerjurkjes met blote billen handige kleding voor je peuter. Of kies je liever een onderbroekje? Dat betekent ook minder was voor jou thuis als mama of papa. 
4. Oefening baart kunst: Begin met het oefenen van het gebruik van het potje op regelmatige tijdstippen, zoals na de maaltijd of na een dutje. Moedig je kind aan om op het potje te gaan zitten, maar forceer hem of haar niet als hij of zij er niet klaar voor is. Het aanbrengen van structuur in je dag, kan je peuter helpen om te weten wanneer hij/zij naar het potje moet gaan. De training starten op dagen waarop je allerlei activiteiten hebt gepland zijn daarom af te raden.
5. Prijs en beloon: Prijs je kind elke keer als hij of zij het potje gebruikt en geef een kleine beloning, zoals een sticker of een klein cadeautje. Maar dit kan ook heel uitbundig met een leuk dansje, een liedje of met groot enthousiasme ‘Braavoooo’! Dit zal helpen om het proces positief te houden en het kind te motiveren. Een extra motivatie voor de zindelijkheidstraining van je peuter is te werken met een potjestraining kalender. Je kan de kalender zelf helemaal personaliseren door elke keer je kleine spruit helemaal alleen op het potje is geweest, een sticker te geven en te plakken op de kalender. Tussendoor kan je enkele ‘specials’ toevoegen. Bijvoorbeeld; na 5 keer correct op het potje te gaan, zingen jullie samen een liedje; na 10 keren plaatsen jullie een klein dansje, na 15 keren spelen jullie een spelletje … . Op het einde van de kalender kan je je peuter belonen met een klein cadeautje.
6. Wees geduldig: Potjestraining kan soms frustrerend zijn voor zowel het kind als de ouder. Wees geduldig en begripvol en geef je kind de tijd om te wennen aan het proces. Ongelukken gebeuren en dat is helemaal normaal. Toon begrip dat dit niet leuk én wees voorzichtig met negatieve reacties zoals boos worden. Het schrikt kinderen af wanneer ze merken dat ze jou als papa of mama extra (kuis)werk geven, met als gevolg dat ze niet meer op het potje durven gaan.
7. ‘Timing is everything’ zeggen ze wel eens. Niets is minder waar bij zindelijkheidstraining. Zorg ervoor dat je als ouder een rustig moment uitkiest. Uiteraard is je kind niet op één dag zindelijk. Dus het draait wel om meerdere dagen waarop je zelf ontspannen bent en toch een bepaalde dagstructuur kan aanbrengen voor je kind. Wanneer je zelf erg gespannen bent, zal het de training niet ten goede komen. Niet alleen zal je je sneller opjagen wanneer het fout loopt, maar je peuter zal de stress ook ervaren waardoor het proces stroever gaat verlopen.